The Daily Indie op Eurosonic Noorderslag: waar moet je heen?!
Van donderdag 11 tot en met zaterdag 14 januari is Groningen het muzikale epicentrum van Europa. Tijdens het jaarlijkse Eurosonic Noorderslag verandert de stad in een open podium. In bijna elk café en op ongeveer elke straathoek is muziek te horen. Het is dé plek om de nieuwste muziek te horen en dat ene bandje te vinden dat het gaat maken. The Daily Indie is erbij en doet volgende week bovendien vier dagen verslag uit Groningen!
Eurosonic Noorderslag ontstaat in 1986, als Nederlandse en Belgische bandjes een muzikale wedstijd tegen elkaar besluiten te spelen. Het festival groeit uit tot een vierdaags festival waarop vandaag de dag tussen de driehonderd en vierhonderd bands geprogrammeerd staan. Het weekend bestaat feitelijk uit twee festivals (Eurosonic en Noorderslag), een conferentieprogramma en talloze randprogramma's. Het is een ideale plek waar bands zich in de kijker spelen voor een groot (inter)nationaal publiek.
Eurosonic is een internationaal showcasefestival. Europese bands presenteren zich aan boekers, media, programmeurs en platenbonzen, die in grote aantallen door de stad zwerven. Van woensdag tot en met vrijdag speelt in bijna elk zaaltje een band in de hoop te worden opgepikt. Alles kun je zien; grote hypes en exotische verrassingen buitelen over elkaar heen. Vanzelfsprekend zijn kaartjes snel uitverkocht. Daarom is er de uitgebreide randprogrammering, waar je gratis naar binnen kunt. Muzikaal echt interessant wordt het bij het jaarlijkse feestje van label Subroutine in Café de Kult, maar een kijkje bij Grunnsonic, Jagersonic, Pleuropsonic of Euromoney is ook zeer de moeite waard.
Noorderslag, op de zaterdag, is traditiegetrouw in cultuurcentrum De Oosterpoort. Daar zie je een dwarsdoorsnede van de Nederlandse muziek. In het hele zalencomplex spelen tot diep in de nacht Nederlandse bands en artiesten. Min of meer centraal staat het uitreiken van de Popprijs, aan de band of artiest die het afgelopen jaar de belangrijkste bijdrage aan de Nederlandse muziek heeft geleverd. Vorig jaar won - het voor het oudere publiek in de zaal volledig onbekende - New Wave. Kanshebbers dit jaar? Martin Garrix? Of toch Kensington? Eén ding is zeker: de traditionele bierdouche is sinds vorig jaar afgeschaft. Dus de winnaar blijft droog.
Met honderden bands verspreid over vier dagen is het een flinke opgave om te kiezen waar je heen wilt. Welke acts mag je écht niet missen? We vissen alvast een paar krenten uit de pap, voor zowel Eurosonic als Noorderslag.
Eurosonic-tips
Rauwe synthwave dien je met een vergrootglas te zoeken op een festival dat zich niet richt op een vleermuizenpubliek. Toch staat de Zweedse Joanna Reinikainen, alias Rein, prominent geprogrammeerd. Laverend tussen klanken die het aloude Deutsch Amerikanische Feundschaft en het latere Atari Teenage Riot oproepen, schraapt ze haar stembanden om de opruiende en bij tijden maatschappijkritische teksten dubbel en dwars te laten aankomen. De beats en bassen zijn minimalistisch, stroperig en altijd dansbaar. Hoewel de teksten af en toe wat naïef overkomen, is de kans groot dat dit een verpletterend optreden gaat worden.
Maarten Devoldere ken je als zanger van de stekelige Vlaamse indiepopband Balthazar. Zijn soloproject Warhaus liegt er ook niet om. Samen met drie andere muzikanten maakt hij avontuurlijke nachtmuziek met een hoofdrol voor zijn eigen quasi-verveelde, eikenhouten zangstem, die steun krijgt van de zwoele vocalen van Sylvie Kreusch. Warhaus heeft duidelijk goed geluisterd naar In a Bar, Under the Sea van landgenoten dEUS, maar het songmateriaal is eigenwijs genoeg. Live komen de subtiele en onderhuidse toevoegingen van trompet, samples en toetsen prima uit de verf. Warhaus is een sterke nieuwe loot aan de Belgenpopboom en heeft het in zich om veel meer te worden dan een zijproject.
White Wine is een stel geschifte Duitsers uit Leipzig. Zanger Joe Haege staat meer tussen het publiek dan op het podium en hij gaat de aanwezigen op een vriendelijke manier te lijf. De muziek van het trio is tevens onvoorspelbaar: slepende, kille geluiden uit keyboards worden voortgestuwd door struikelritmes van drummer Christian Kuhr. Gitarist Fritz Brückner verwisselt zijn instrument net zo makkelijk voor een fagot. Een prettige muzikale chaos is het gevolg, dit stel rare vogels kan een elektropopnummer zomaar laten omslaan in verzengende bluestrash. Kortom: saai gaat dit niet worden.
Portugal is dit jaar het focusland van Eurosonic. Naast indierock en traditionele fado levert het land ook boeiende elektronische muziek. Uit de Afro-Portugese clubs van Lissabon komt DJ Firmeza. De jonge Portugees smeedt verschillende stijlen zoals batida, kuduro en Afrohouse aaneen tot een tribaal maar bovenal dwingend en een trance veroorzakend geheel. Soms minimalistisch, soms uitbundig en ritmisch altijd ijzersterk, weet DJ Firmeza door de kunst van het weglaten een geheimzinnige en zeer dansbare set neer te zetten.
Een van de meest ongrijpbare artiesten dit jaar is Mario Batkovic. Hij groeide op in Bosnië, leerde daar accordeon spelen en is nu woonachtig in Zwitserland, waar hij zich heeft ontwikkeld tot een veelzijdig componist en songwriter. Met als invloeden jazz, minimal music, traditionele Balkanmuziek en experimentele klanken, maakt hij fragmentarische muziek die in de statige Der AA-kerk uitstekend op zijn plek is. Wie het onverwachte verwacht, zit bij Mario Batkovic goed.
Weer uit België komt Cocaine Piss. Net als hun naam laat ook de muziek niets aan duidelijkheid te wensen over. Het drietal uit Luik raast over het podium en door de zaal. De band combineert snoeiharde punk met gierende noise en koppelt dat aan een agressieve en maniakale podiumuitstraling. Of ze hun drie kwartier speeltijd volledig gaan benutten is een beetje de vraag. Hun door Steve Albini geproduceerde album The Pool duurt welgeteld dertien minuten.
Voor wie haar niet kent: de twintigjarige Pip Blom is goed te vergelijken met Courtney Barnett en het rauwe Parquet Courts. De Amsterdamse schrijft intelligente en rammelende gitaarpopliedjes, met slimme teksten en een aanstekelijke sfeer. Ze gooit veel van haar liedjes direct op Spotify en brengt her en der wat singletjes op vinyl uit. Die ongedwongen aanpak werkt prima: haar muziek wordt in binnen- en buitenland al volop opgepikt. En terecht.
In 2013 kwam Mozes and The Firstborn uit Eindhoven met hun debuutplaat waar een bak lekkere garagerock op te vinden is. Gitaarhits, die je meebrult met een biertje in de hand en een vuistje in de lucht. Maar daarna werd het wat stil. Een nieuwe plaat werd geannuleerd. Dit jaar was er opeens A Great Pile of Nothing, een werkelijk prachtige tweede plaat. De Eindhovenaren laten de garage voor wat het is en duiken de jaren negentig in. De herfstige powerpop doet sterk denken aan een band als Buffalo Tom.
Klangstof is de band van Koen van der Wardt, de oud-bassist van Moss. Klangstof richtte hij op om meer creatieve vrijheid te hebben en het resultaat van die zoektocht is Close Eyes to Exit. Een serie liedjes, die een middenweg zoeken tussen soundscape en pop. Dromerige muziek, met knisperende elektronica, gitaarcrescendo's en Van der Wardts ijle zang.
Over de debuutplaat van de Rotterdamse alleskunner Jerry Hormone en zijn The Jerry Hormone Ego Trip schreven we vorig jaar al een paar lovende woorden. Aan de zijkant van het podium zie je waarschijnlijk onze hoofdredacteur staan, die het hele weekend op pad is met de band voor een uitgebreide reportage. Voor een live-verslag: volg ook onze Instagram!