Canshaker Pi sluit een dikke zegetocht af met ijzersterk debuutalbum
De Nederlandse slackerrockers van Canshaker Pi gingen al dermate lekker dit jaar, dat wij het ze makkelijk hadden vergeven als ze ons tot volgend jaar hadden laten wachten op hun debuutalbum. In 2016 speelde de band namelijk al ongeveer ieder poppodium plat en bracht de band de geweldige EP Boomslang en For Ed uit. Maar de heren laten het daar niet bij en brengen dit jaar ook nog even doodleuk hun zelfgetitelde debuutalbum uit. Overdaad schaadt misschien, maar daar is bij Canshaker Pi zeker geen sprake van.
Albumopener JALS zet de toon. Er wordt stevig gerockt en het nummer schuurt en rammelt aan alle kanten, maar onder die harde lagen zit een heerlijk liedje verstopt. Het liedje staat namelijk altijd voorop bij de band, waardoor het geheel niet verzandt in een schreeuwerige brij van spierballenmuziek. Soms, zoals in het bijna liefelijke The Naked Flower of the Wiz II, klinkt de band zelfs behoorlijk radiovriendelijk. Bij iedere andere garageband zou zo’n nummer misschien misplaatst aanvoelen, maar doordat ook de hardere nummers bij Canshaker Pi alle kanten opvliegen is de balans op een knappe en nauwkeurige manier uitgemeten.
Neem bijvoorbeeld Crashed Car Running, dat begint als een redelijk standaard indierocker, maar na een slepend middenstuk tegen het einde een duik neemt richting een weergaloze bak gitaarnoise. Qua jeugdig enthousiasme en sterke songs doet dit ijzersterke debuut denken aan Whatever People Say I Am, That’s What I’m Not, het klassieke debuut van Arctic Monkeys. 2016 voelde al een beetje aan als het jaar van Canshaker Pi, maar 2017 kan daar best nog eens dubbel en dwars overheen gaan. Zeker als - zoals zanger Willem Smit al in enkele interviews gezegd heeft - album nummer twee inderdaad al op de plank ligt.
Op 30 december speelt de band tijdens het speciale feestje van Bombay, lees hier de festivalpreview.