The Men vlamt weer als vanouds op Devil Music
Vorig jaar gebeurde er iets dat sinds 2009 niet meer was voorgekomen: The Men bracht géén album uit. De punkrockers uit Brooklyn maakten in vijf jaar tijd even zoveel albums, maar namen vorig jaar voor het eerst een jaartje pauze. Dat vonden we niet heel erg. Tomorrow’s Hits, album nummer vijf, viel namelijk een beetje tegen. Op de nieuwe release Devil Music heeft de band het heilige vuur gelukkig weer weten te vinden.
Op opener Dreamer windt The Men er in ieder geval geen doekjes om. Waar de laatste twee albums steeds meer tegen de classic rock aan begonnen te schuren, speelt de band hier weer net zo genadeloos hard als op Leave Home en Open Your Heart, de eerste twee van de band. Raggen alsof de duivel je op je hielen zit, is het devies en het klinkt weer heerlijk. Vooral Dreamer, Crime en Ridin On’, het drieluik dat de plaat opent, is een niet te versmaden set van rake beuknummers.
Op Patterns horen we voor het eerst de saxofoon die later in meer songs opduikt. Dat blijkt een meesterzet te zijn, want het geeft de nummers net dat extra beetje swing mee. Ook zorgt de sax voor wat variatie. Dat is fijn, omdat de eentonigheid bij The Men op 'standje beuken' toch al gauw op de loer ligt. Gelukkig is Devil Music met tien nummers in 35 minuten precies puntig genoeg.
Alleen het instrumentale titelnummer voegt weinig toe, de overige tien tracks op Devil Music zijn eigenlijk allemaal raak. Als we door de heerlijk harde afsluiter Fire om onze oren zijn geslagen gaat onze hand direct weer naar de replay-knop. En dus is de verslavingsfactor die we juist bij de laatste twee The Men-platen misten weer in effect. Welkom terug, heren.