Beach Baby nog te studentikoos voor sterrendom
Liever lui dan moe. Het is niet alleen het levensmotto van een groot deel van de studenten, maar ook dat van het Britse Beach Baby. Niet gek, want het viertal begon als een universiteitsbandje. De leus - ‘I had no mind, no money, but who cares’ – tekent dit debuut.
Het album volgt op een reeks verdienstelijke singles en biedt meer van hetzelfde. In principe is dat fijn, want Beach Baby maakt als het ware een muzikale kroniek van het beste dat de popmuziek de afgelopen vijftig jaar te bieden had, met toevoeging van zijn eigen geluid. Het knappe is dat hoogtepunten als U R en Sleeperhead net zo goed op hun plaats zijn in megastadions als in muffe slaapkamers. Dat muffe trekt echter ook in No Mind No Money. De sterke tracks - waaronder ook Limousine en de naamgever - bevinden zich in groepjes aan het begin en in het midden van het album, maar tussendoor verandert kleurrijkheid te vaak in monochromie. De steriele heropname van eerder uitgebrachte single Ladybird en de wat gemakzuchtige Mac DeMarco-imitatie Bug Eyed and Blonde doen vermoeden dat Beach Baby inderdaad liever blowt in een studentenhuis dan de wijde wereld verkent. No Mind No Money lost de belofte van Beach Baby nog niet volledig in, maar een veelbelovend debuut is het des te meer.