Laat je wegdrijven op C Duncan’s nieuwe dreampopplaat
Stel je een zachte witte wolk voor waar je rustig op wegdrijft. Waarop je je ogen sluit en alles om je heen heel even verdwijnt. Zo klinkt The Midnight Sun, de nieuwe zelfgeproduceerde plaat van C Duncan. Dreampop van de bovenste plank, maar wel in een klassiek jasje.
De Schotse zanger en componist had big shoes to fill. Zijn eigen nog wel: met debuutalbum Architect werd Christopher Duncan in 2015 genomineerd voor de prestigieuze Mercury Prize. Waar die plaat meer leunt op folk en indie, is dat bij The Midnight Sun aardig overboord gegooid. Flinke lagen synths, diepe bas en grootse galmende zang slaan de klok. Neem opener Nothing More, met Duncans hoge zang vol echo. De synths worden steeds voller. Anders dan Wanted To Want It Too, die vanaf het begin duister en zwaar klinkt. Synths en zang zijn op de de volledige langspeler fantastisch met elkaar verweven. Ze zijn dromerig, geven elkaar de ruimte, om vervolgens samen te komen in explosies van geluid. Duncan komt uit een gezin van klassieke muzikanten, is zelf ook klassiek geschoold en dat aspect is onmiskenbaar op The Midnight Sun, nog veel meer dan op de voorganger. Op afsluiter Window komt dat het meest naar voren: de koorzang klinkt sereen, kerkelijk zelfs, maar door de harmonieuze elektronica wel in lijn met de plaat. Niet alleen muzikaal heeft Duncan een nieuwe stap genomen. De thema’s zijn een stuk persoonlijker, zoals op Last To Leave waarin hij zijn relatie met een ex-vriend bezingt. Door de combinatie van deze intimiteit en herkenbare dromerige synths, sleept C Duncan je telkens weer mee zijn nieuwe, heerlijke geluid in.