top of page

Het album Skiptracing is het eerste detectiveverhaal van Mild High Club

De kunst van het skiptracen bestaat eruit via abstracte informatie zoveel mogelijk te weten te komen over een bepaald subject om deze vervolgens te kunnen opsporen. Het subject van Mild High Club was een zoektocht naar de geest en het geluid van de Amerikaanse muziek. Tijdens deze zoektocht lijken ze onder andere te zijn gestuit op The Art of Tea, een plaat van Michael Franks uit 1973.

Overeenkomstig met de plaat van Franks, komt Skiptracing in eerste instantie vooral vrij zoet over. De oplettende luisteraar zal echter bij elke keer dat hij de plaat opnieuw opzet verrast worden door een nieuw stukje geluid. Plots zijn daar dan ook sporen van Steely Dan, de jazzy keys van Fagen en de gekke harmonische vocalen die Michael McDonald op Peg ten gehore brengt.

Net over de helft wanneer Kokopelli wordt ingezet en je denkt dat het album tot rust komt, blijkt schijn bedrog. Het nummer vat de plaat samen, met de charmante zanglijn die gevolgd wordt door een gitaarsolo met een absoluut absurde olifantachtige sound, waarna wat klinkt als een Rhodes piano het nummer kalm maar spannend afsluit. Deze plaat kent een hoop eastereggs, en het is een genot ze te zoeken. Van de vreemd gemoduleerde percussie, die van oor naar oor heen en weer gaat, tot de vreemde synthlijnen waarvan men enkel kan hopen dat ze live ook goed uit de verf komen. Aangezien ze op dinsdag 18 oktober in Paradiso staan, kun je daar achter komen!

Featured Posts
bottom of page