REVIEW: Amsterdam Woods Festival 2016
Dit weekend was het zover: de tweede editie van Amsterdam Woods, zoals zich laat raden in het Amsterdamse bos. Ging het vorig jaar nog om een driedaags festival, dit jaar is ervoor gekozen om alleen twee dagen te programmeren: vrijdag 26 en zaterdag 27 augustus. Waarom dan niet op zaterdag en zondag? Dit zou te kort voor het eind van de vakantie zijn, zo vernemen we van een medewerker. Hoe het ook zij: het festival is deze keer niet uitverkocht, en dat is vaak te zien aan de hoeveelheid publiek die zich bij de podia verzamelt.
De eerste festivaldag begint goed met dé band die je deze zomer overal tegenkomt: My Baby. Het succes van de Nederlands-Nieuw-Zeelandse groep is wel zo groot dat het maar de vraag is of kleine festivals als Amsterdam Woods ze komende jaren nog kan veroorloven. Later op de middag staat het rammelende zZz tegenover Tenfold geprogrammeerd; het fluisterstille zusje van Laura Marling. Beide acts doen waar ze voor bedoeld zijn: de één – zZz – creëert een hypnotiserende, druggy atmosfeer en de ander – Tenfold – brengt intieme folkmuziek voor het in het gras zittende publiek. Jammer alleen dat zZz zó hard staat dat Tenfold met akoestische gitaar moet opboksen tegen hun overstuurde orgelrock. Toch geeft ze niet op: ze vraagt het publiek zelfs, o ironie, om ‘publieksparticipatie’, oftewel met de handen klappen. Het lukt haar ook nog.
Eefje de Visser overtuigt later op hoofdpodium Grote Eik met nieuw en oud werk, alhoewel de nummers van laatste album Nachtlicht hier en daar iets te lang doorgaan. Het Australische rockband Sticky Fingers sluit de dag af, met als hoogtepunt toch wel de heerlijk behaarde toetsenist in zijn blote bast, korte broekje en hoog opgetrokken sokken. Als de breedbesnorde zanger Dylan Frost – met nonchalante legerjas – schreeuwt, dan schreeuwt het publiek mee. Een perfecte afsluiter van de eerste dag.
Naive Set staat op zaterdag op het Concerto Spruit podium. Oftewel: op hoogte van het publiek, dat mede daardoor op de grond en op de hooibalen zit die hier en daar zijn neergelegd. Zo ingewikkeld als de herkomst van hun bandnaam – iets met een theorie over de oorsprong van wiskunde – is de muziek niet: simpel, maar vol sterke songs. De psychedelische rock van PAUW staat er precies tegenover, vandaag niet alleen in figuurlijke maar ook letterlijke zin. De seventies vliegen je om de oren: wijde broekspijpen, eyeliner, een niet-ironisch bespeelde blokfluit. De band blijft geweldig, zelfs in een halflege Grote Eik.
Even later speelt op podium Onder De Sterren Amber Arcades. De dromerige samenzang en de galmende gitaren passen perfect bij deze zomerse namiddag. Daarna keren we weer terug naar het gras van Concerto Spruit, waar folkband Crying Boys Cafe allesbehalve het publiek aan het huilen brengt. Zanger Jasper Hupkens – met strohoed – danst langs het publiek en laat met zijn band een bij vlagen Vampire Weekend-achtig geluid horen.
Indierockband Ultimate Painting brengt die avond een middelmatige show bij podium Onder De Sterren. Opvallend is hoe uiteenlopend van kwaliteit de nummers zijn: het ene moment lijkt het alsof we op het open podium van een middelbare school zijn beland, het andere moment speelt de Londense band een nummer als het verleidelijk nonchalante Central Park Blues. Nee, dan Palmbomen II: met een DJ-set vol acid house en rave sluit hij het festival waardig af. Veel mensen zullen het daarentegen niet na kunnen vertellen: als hij draait, is hoofdpodium Grote Eik al halfleeg.
My Baby
Eefje de Visser (& toetsenist)
zZz
Naive Set
PAUW
Amber Arcades
Crying Boys Cafe
Ultimate Painting