ALBUM REVIEW: Parquet Courts - Monastic Living
Afgelopen zomer verscheen ‘Hermits On Holiday’, het samenwerkingsverband tussen White Fence en Cate Le Bon. De twee grootheden der lo-fipop bleken samen in staat een grotendeels onuitstaanbaar album te produceren, vol neurotische riffjes en overhoop gehaalde ritmes. Afgelopen maand klaarde Parquet Courts een soortgelijk klusje. Slechts anderhalf jaar na het lyrisch ontvangen ‘Sunbathing Animal’ en precies twaalf maanden na het smakelijke tussendoortje ‘Content Nausea’ weten de New Yorkse postpunkers een nagenoeg onverdraagbaar album af te leveren in de vorm van ‘Monastic Living’. Nagenoeg.
Op de eerdere succesplaten heeft Parquet Courts bewezen een onweerstaanbaar en aanstekelijk geheel te kunnen smeden van halfbakken gezang en rusteloos, repetitief gitaargejengel. Niets dan lof daarvoor. ‘Onweerstaanbaar’ en ‘aanstekelijk’ zijn als beschrijving van ‘Monastic Living’ onvertogen. De microfoon van zanger Andrew Savage gaat na de eerste anderhalve minuut – No, No, No! – terug in de doos en het drumstel van Max Savage wordt een meter of drie naar achter geschoven. De gitaar en de synthesizer doen hier het woord en dat is het woord van de duivel.
Dit zou je migrainejazz kunnen noemen, of heroïnepunk, of drone blues – als je ‘Monastic Living’ in die hokjes zou plaatsen is het als album zo slecht nog niet. Monastic Living II en de acht minuten durende afsluiter Prison Conversion zijn welberekend, gecontroleerd en spannend. Vergelijk je ‘Monastic Living’ echter met dat wat Parquet Courts eerder heeft gedaan, dan getuigt deze mini-LP van een creatieve inzinking. De schavuiten hebben voorlopig afscheid genomen van datgene dat ze onderscheidde. Wij zetten ‘Light Up Gold’ nog maar eens op.